Mobilisatie rond 1940, leger attributenKlik op de afbeeldingen voor vergroting van de foto of extra foto's
Bert-Jan Dierink, geboren in 1979, verzamelt legerspullen uit de mobilisatietijd die voorafging aan de inval door de Duitsers. Zijn verzameldrift heeft geleid tot een collectie die interessant genoeg is om tentoongesteld te worden, daarom heeft Bert-Jan op de zolder van zijn huis in Diepenheim 'Bert-Jans Museum' geopend. Zestien manshoge paspoppen staan er in het gelid, elk gestoken in een uniform daterend uit de tijd van de mobilisatie. Een van de pakken behoorde ooit toe aan de Haarlemse majoor Jacob van Loo. Bert-Jan kreeg het een paar jaar terug via een speurders-advertentie op internet in handen. "Iemand bood een militair uniform te koop aan met daarbij vijf wollen dekens, alles daterend uit de tijd van de mobilisatie." Bert-Jan zocht uiteraard direct contact met de verkoper. "De man bleek een kleinzoon te zijn van Jacob van Loo. Hij had het uniform helemaal compleet, inclusief de namenetiketten, de holster, het magazijntasje voor de revolver en zelfs het zogeheten bokkentuig, dat zijn de riem én de dwarsriem die over de schouders wordt gedragen. In een poging meer te weten te komen over de majoor, vroeg Bert-Jan de kleinzoon om foto's van diens grootvader. "Toen kwam er een foto tevoorschijn waarop majoor Jacob van Loo bij een taart staat in de Koudenhornkazerne, gemaakt op Moederdag 12 mei 1940. Naderhand ben ik dat verder gaan uitzoeken, toen bleek dat de Nederlandse Banketbakkersvereniging dat jaar aan gemobiliseerde militairen speciale Moederdag-kaarten had uitgereikt. Als een militair die kaart naar de plaatselijke bakker in zijn woonplaats stuurde, werd er op Moederdag een taart bij zijn moeder bezorgd. Of dat uiteindelijk echt gebeurd is betwijfelt Bert-Jan, want op 12 mei was de oorlog inmiddels uitgebroken."
Het speurwerk voerde Bert-Jan naar verschillende archieven in het land, onder meer het nationaal archief in Den Haag, waar hij nog veel meer te weten kwam over majoor Jacob van Loo. Bert-Jan ontdekte zelfs een filmpje van het Polygoonjournaal, waarop het aansnijden van een taart in de kazerne gefilmd is. Jacob van Loo speelt daarin een hoofdrol als hij de taart met een degen aansnijdt. Helaas is hij vlak voor de bevrijding gestorven. Bijna tachtig jaar later staat het pak majoor Jacob van Loo tussen de pakken van acht andere militairen, elk met een ander verhaal. Zo is er het uniform van een man die voor het KNIL bij het luchtafweergeschut zat, en ook het pak van een adjudant uit Den Haag en - heel bijzonder - het uniform van een dierenarts die was belast met de zorg voor de paarden. Het uniform is herkenbaar aan een esculaap op de kraag. Paarden had het Nederlandse leger in
die dagen in overvloed, wel 30 duizend, om onder meer de kanonnen vooruit te trekken. Achter elk pak zit dankzij het speurwerk van Bert-Jan een verhaal. Het item waar de verzameling van Bert-Jan mee begon is het oorlogszakboekje van zijn opa Elbert Jan Hendrik Toren (overleden in augustus 1990). Toen Bert-Jan hem als tiener kreeg van zijn oma vertelde ze er bij dat haar man op de Grebbeberg had gevochten maar er verder ook niets over wist. Ook kreeg hij er een 5 tal foto's bij. Januari 2015 is Bert-Jan toch maar eens een speurtocht begonnen. Na een paar mails met defensie kreeg hij zijn opa's dienstkaart, registratiekaart en zijn straflijst. Vooral die laatste was heel interessant omdat die ondertekend was door reserve kapitein Haffmans van het 3-II-11 R.I. Zodoende wist hij zijn onderdeel. Dus de gevechtsverslagen opgevraagd van het 3-II-11 R.I. En waar hij geweest was tijdens de mobilisatie Den Haag, Hoorn en Leersum en hij heeft dus ook de plekken gevonden waar de foto's zijn gemaakt. Op de straflijst staan 2 straffen 1 voor slecht exerceren waar hij 2 dagen licht arrest voor kreeg. En 1 omdat hij "in tijd van oorlog" een handkar beladen met sneeuw vervoerde. Hierbij raakte hij de pomp op de binnenplaats van de "Krententuin" die hierdoor beschadigd raakte en hiervoor kreeg hij 3 dagen licht arrest. Omdat Bert-Jan wel graag een foto van de pomp wilde heeft hij contact gezocht met de stichting Oud Hoorn. Die hadden geen foto van de pomp maar wilden wel graag het verhaal plaatsen van zijn opa in hun donateursblad. Dus vorig jaar mocht hij een stukje schrijven over zijn opa en zijn verblijf in Hoorn.
Ten tijde van de mobilisatie werden allerlei souvenirs gemaakt. De gemobiliseerde soldaten konden die souvenirs kopen en bij het weinige verlof dat ze hadden meenemen voor de ouders, vrouw of vriendin. Er waren jeneverkruiken, lucifershouders, asbakken, broches, theelepeltjes en zelfs theepotten. De theepotten werden in twee kleuren op de markt gebracht, een crèmekleurige vervaardigd bij Mosa en een mintgroene versie waarvan de maker niet bekend is. De knop op de deksel is een soldatenhoofd met helm. In reliëf staat Nederland afgebeeld met de tekst; "Je Maintiendrai". Aan de andere kant staat in reliëf Nederlands Indië met de tekst; "Ik zal handhaven". De spreuk "Je Maintiendrai" komt oorspronkelijk van het Huis van Oranje Nassau, maar vanaf 1815 werd het de wapenspreuk van Nederland.
Tot slot heeft de Bert-Jan nog een verzoek: "Als iemand nog een uniform of andere spullen uit de mobilisatietijd heeft liggen en er een bestemming voor zoekt: graag. Voorbeelden zijn: oorlogszakboekjes, foto's, medailles, oorkondes, uitrustingsstukken (kaartentassen, holsters, ransels, beenkappen) enz. Interview: Madelèn Essens |
© www.moetjekijken.nl