poppen en poppenhuis
Toen mijn oudste kleindochter 1 jaar werd kreeg ze van mij haar eerste pop. Ik zocht een lappenpop omdat ik niet van plastic poppen houd en wilde iets zachts om te knuffelen. Zo kwam ik bij de antroposofische poppen terecht.
Antroposofie is de leer van de geesteswetenschappen. De filosoof Rudolf Steiner heeft veel onderzoek gedaan naar de geestesgesteldheid van de mens. Vrijheid van denken staat hierin centraal. Hij heeft veel gepubliceerd en in Nederland is er de Antroposofische Vereniging, ontstaan in het begin van de vorige eeuw. Antroposofen zijn voorstanders van biologisch-dynamische landbouw, antroposofische gezondheidszorg, vrije schoolkeuze enz. Voorbeeld zijn de Vrije Scholen, waar de kinderen leren zelfstandig te denken.
Goed speelgoed is heel belangrijk. Het wordt gemaakt, veelal met de hand, van natuurlijke materialen zoals hout, wol, katoen, zijde. Mijn antroposofische poppen naai ik van vleeskleurig katoenen tricot, gevuld met geplozen schapenwol . Zo'n pop is zacht en neemt de geur van het kind aan. Tijdens het knuffelen of in bed wordt de pop ook lekker warm. Het is een lastig karwei, maar als er weer een pop goed gelukt is kan ik de kleertjes gaan ontwerpen. Ook die maak ik met de hand, van mooie katoen of zijde. Dat geeft veel voldoening.
Voor elke leeftijd is er een pop, te beginnen bij het lappenpopje, niet meer dan een klein rond hoofdje aan een lapje. Dan is er het wiegenpopje, een halfrond popje, zonder armen of benen, zacht gevuld met weinig wol. Daarna een "knuffie". Aan het hoofdje zit een niet-gevuld lijfje waaraan wel kleine bolletjes als handjes en voetjes worden genaaid. Als boxkind krijgt de baby een zakpopje, dat al wel armen maar nog geen beentjes heeft. Wel heel licht gevuld. Daarna komen de knuffel- en de lijzepoppen. Die maak ik graag, in verschillende afmetingen.
Nu krijgt het hoofdje ook een ogenlijn. Mond en ogen worden heel summier aangebracht; de gezichtjes hebben maar heel weinig expressie. Het kind kan zijn eigen gevoelens op de pop projecteren: als het vrolijk is zal de pop lachen, als het verdrietig is kan de pop huilen. De volgende fase is de ledematenpop, bedoeld voor het schoolgaande kind. Deze pop heeft beweegbare armen en benen en is het moeilijkst om te vormen.
Zo heb ik al veel poppen gemaakt, voor de kleinkinderen en voor kinderen van vrienden of familie. Als er een jarig is vul ik hun poppengarderobe aan met een pyama, ondergoed met een gehaakt kantje, spijkerbroek, bloesje, gebreide trui, vest of een nieuwe jas. Dat stimuleert weer het spel.
Na twee jaar en vele poppen verder wilde ik een poppenhuis maken waar de kinderen echt mee kunnen spelen. Het moest niet te klein zijn, dus de verhouding is 1:10. Ik begon met de (antroposofische) poppenfamilie. In de ledematen heb ik bloemendraad verwerkt en ze hebben leren schoentjes zodat de popjes kunnen zitten of staan. Ze kunnen uitgekleed worden en ik heb voor allemaal pyama's gemaakt.
Daarna heb ik de belangrijkste meubels gemaakt. Voor de woonkamer een bank, twee stoelen en een ronde tafel, voor de eetkeuken een tafel, vier stoelen en aanrecht, voor de ouderslaapkamer een tweepersoons bed en linnenkast en voor de kinderkamer een stapelbed.
Toen dat allemaal klaar was heb ik een groot papier op tafel gelegd, de meubels neergezet en de plattegrond getekend. Pas daarna ben ik, met mijn tekeningen, naar de houthandel gegaan.
De grote delen heb ik daar op maat laten zagen, de afwerking zoals ramen, deuren, toegang tot de kamers, heb ik thuis uitgezaagd. Op zolder is een groot dakraam om goed licht in de hobby-werkkamer te krijgen. De ruiten zijn van restanten die ik uit de afvalcontainer van een autoruiten firma heb gehaald.
Later heb ik nog een huisvriend en -vriendin gemaakt. Toen moest er natuurlijk ook een logeerbed op zolder komen. In de hobbykamer kwam een werktafel met computer, in de huiskamer een boekenkast met zelfgemaakte boekjes (verkleinde fotocopieën van kinderboeken) en een tv, waarvoor de kinderen zelf "video's" kunnen tekenen.
De tv staat op een tv-meubel, waarin de video en de afstandsbediening worden opgeborgen. Ik heb ook "wissellijsten" gemaakt. Hiervoor maken ze mooie tekeningetjes. Voor de gang weven ze een tapijtje. Er komen nog stoelen in de kinderkamer en ik wil nog een muziekstandaard maken en een cello "bouwen".
Het is een groot huis geworden, 105 cm breed, 95 cm hoog en 45 cm diep.
De kinderen spelen er graag mee. En zelf geniet ik ervan en krijg ik steeds weer ideeën om nog iets nieuws te maken.
Mijn e-mail adres is:
Marianne de Vries
|