Pottenbakken
In 1980 ben ik met pottenbakken begonnen om er voor te zorgen dat ik naast mijn zeer drukke job letterlijk iets anders om handen had. Om mijzelf te testen heb ik geen cursus gevolgd maar al experimenterend mij het vak geleerd.
Nadat ik een paar jaar bezig was wilde Janny Verloop - een zeer goede vriendin - ook met klei leren werken. Dat heb ik haar geleerd en zo zijn we tot een gemeenschappelijk werkplaats gekomen waar we met groot genoegen samenwerken en plezier maken.
Hoewel we een schopschijf hebben, gebruiken we deze om daarop ronde werkstukken met rollen klei op te bouwen en af te werken. En ook om als decoratie de korrels in de klei zichtbaar te maken.
Bovendien vinden wij dat je met deze werkwijze een ander contact - en voor ons een plezieriger - met de klei hebt.
Praktisch kun je chamotte klei ook niet "draaien" want dan gaan je handen kapot. De rollen of platen klei worden aan elkaar gezet met slib dat gemaakt is van fijne gestampte droge fijne chamotte klei die tot een pap - met ongeveer de dikte van yoghurt - met 70% water en 30% gewone azijn gemaakt wordt. De azijn zorgt ervoor dat er een betere hechting plaats vindt. Daardoor hebben we zelden of nooit breuken.
Hoewel we beiden gebruiksvoorwerpen kunnen maken, is Janny meer gecharmeerd van het maken van dieren (vooral vogels), poppetjes en andere kleine werkstukjes.
Bakken doen we in een elektrische oven. Daarbij worden de werkstukken eerst zonder glazuur gebrand tussen de 900 en 950 graden Celsius. Dan worden de glazuren - door opspuiten of kwastglazuur - aangebracht en weer gestookt op 1100 graden Celsius. Na 7 tot 9 uur stoken en een uur of 10 afkoelen openen we dan met spanning de oven en is het nog steeds een verrassing wat het resultaat is. Dat is voor ons zeker een kick, maar deze is echter nog groter als het werkstuk nog in de natte klei definitief gevormd is. Dan gaan we er even rustig bij zitten om ons werk te bekijken.
Gijs Roodhart
|